De ’twee-eiige eenling’ als symbiotisch rolmodel

Symbiotische Karakterstructuur

Voor wie geïnteresseerd is in karakterstructuren* als handvat voor persoonlijke ontwikkeling, hierbij een artikel over de symbiotische karakterstructuur. Herken je je niet zozeer in deze structuur? Lees dan mijn artikelen over de overige vijf structuren.

Herken je dit?

Als je met iemand uit eten gaat zal je voordat je zelf iets bestelt altijd vragen: “Wat neem jij?”. Iets vergelijkbaars gebeurt er als er plannen gesmeed moeten worden voor het weekend of voor een vakantie. Je stelt liever de vraag “Waar heb jij zin in?”, dan zelf met een voorstel te komen. Wat er gaat gebeuren laat jij namelijk regelmatig van iemand anders afhangen. Ten eerste, omdat je niet zo goed (meer) rechtstreeks kunt voelen wat je zelf wilt. Ten tweede heb jij bij het aangaan van iets nieuws altijd behoefte aan de (liefst expliciete) toe- dan wel instemming van de ander. Ten derde maakt het risico iets voor te stellen waar de ander geen zin in heeft jou op voorhand al onzeker. Een verschil in beleving of in opvatting tast voor jouw gevoel namelijk direct de veiligheid van het ‘samen-zijn’ en vooral ook van het ‘samen-blijven’ aan.

Aanpassen en onderhuids moeilijk doen tegelijk

Als de ander met iets komt waar jij zelf niet zo op zit te wachten, heb je primair de neiging om toch met het plan van de ander mee te gaan, maar secundair om onderhuids en indirect chagrijn uit te stralen of met vage bezwaren te komen. Het lukt meestal niet om op een volwassen, duidelijke manier aan te geven wat jij wilt, omdat je daar pas goed contact mee kunt krijgen als de ander weer uit beeld is. Omdat rechtstreeks ‘nee’ zeggen zonder een uitgebreide toelichting te geven zo ongeveer het laatste is wat jij zou doen, pak je jouw verzet tegen het plan van de ander zo verhuld aan, dat de ander soms niet eens merkt dat jij het graag anders zou willen. Sterker nog, soms heb je zelf ook niet in de gaten dat je met jouw gedrag tegelijkertijd ‘ja’ en ‘nee’ aan het zeggen bent.

WEL weten wat je NIET wilt, NIET weten wat je WEL wilt

Aangeven wat je wilt is ook knap lastig als je op de een of andere manier veel beter weet wat je niet wilt dan wat je wel wilt. Weet je wel wat je wilt, dan raak je meestal het contact hiermee kwijt zodra er iemand voor je staat die iets anders wil. Verder voelt het voor jou al snel alsof er een verbod rust op wat jij wilt. Alsof wat jij wil standaard iets is dat niet kan, niet mag of ten koste gaat van de ander. Jij voelt je daar vervolgens dusdanig angstig of schuldig over, dat inleveren wat je zelf wil negen van de tien keer veel gemakkelijker voor je is dan doen wat je zelf wilt, maar dan dus ook met de gratis bijgeleverde portie angst en schuldgevoel moeten leven.

Verloren in de aanpassing

Zo gaat wat jij wilt keer op keer verloren in de aanpassing en krijgt het dus met name ondergronds en indirect een plek. Hierdoor wordt het, zowel voor jezelf als voor ieder ander, op den duur steeds lastiger om rechtstreeks in het vizier te krijgen wat jij wilt. Als je naar binnen keert om te kijken wat je wilt tref je daar vaak leegte en verwarring aan. Aangezien weten wat je wilt en daar naar handelen de kern is van richting en vorm geven aan je eigen leven, levert dit jou, zowel in je werk als in je relaties, een grote handicap op. Soms weet je halverwege je loopbaan bijvoorbeeld nog steeds niet wat je ‘later’ wil worden. Je mist immers de regie van binnenuit. Ook lijd je door het ontbreken van een basis in jezelf aan een gebrek aan stevigheid en draagkracht. Je valt snel om.

Wat zeurt die ander nou?

Naar anderen toe ben jij je meestal maar gedeeltelijk bewust van de regelmaat waarmee jij dubbele signalen afgeeft. Ook besef je oprecht niet hoe onbetrouwbaar en lastig het voor een ander kan zijn, dat het niet duidelijk is wat jij wilt en wat jij nodig hebt. Waar de ander, omdat hij in jouw respons eigenlijk voornamelijk de reflectie van zichzelf ziet, zich op den duur geïrriteerd, onrustig, benauwd, onzeker of verveeld gaat afvragen wie hij nou toch tegenover zich heeft, zie jij jezelf vooral als een uitermate welwillend en loyaal iemand die anderen tot steun is en die zich voortdurend loopt aan te passen, dus wat zeurt die ander nou?

Liever de sociale kameleon dan de confrontatie

Jij steunt anderen inderdaad trouw door naast of achter iemand te blijven staan en daar eindeloos een helpende hand te bieden, begrip te tonen en mee te denken. De veiligheid van de vereenzelviging met de positie van de ander opgeven door pal tegenover iemand te gaan staan en daar een grens te trekken of een heel ander standpunt in te nemen is op zijn zachtst gezegd niet echt jouw sterkste kant. Als jij met iemand samen bent, heb jij namelijk de ‘sociale kameleonachtige’ neiging om de wereld vanuit het gezichtspunt van de ander te bezien, te doen wat de ander wil doen, te praten over waar de ander over wil praten en leuk te vinden wat de ander leuk vindt.

Samenvallen is iets anders dan steunen en aanpassen

Dit gedrag label jij zelf als steunen en aanpassen. Maar als je wat dieper in de materie kijkt, is een onbewuste en kindgerelateerde neiging om veiligheid te zoeken door te proberen volledig met een ander samen te vallen, toch iets anders dan een volledig bewuste, volwassen en vooral ook autonome keuze om een ander te steunen of je aan te passen. Dit verschil verklaart waarom iemand anders jouw steun en jouw manier van aanpassen soms compleet anders beleeft en waardeert dan jij verwacht.

Jouw steun wordt voor jouw gevoel ondergewaardeerd

Waar jij verwacht dat de ander je dankbaar is en het wel makkelijk vindt dat jij je steeds zo geruisloos aanpast en continu een helpende hand biedt, wordt de ander soms juist onrustig van het feit dat jij steeds zo in zijn of haar energieveld verkeert en je daar met name op problemen richt. De ander heeft er in zo’n geval veel meer behoefte aan dat jij de neiging om alles op te willen lossen laat varen en op jezelf gaat staan, kleur bekent, grenzen aangeeft, duidelijkheid biedt en de boel van nieuwe energie, perspectieven en tegengas voorziet door met geheel eigen wensen, ideeën en initiatieven te komen.

Je eigen plek niet innemen

Doe je dat niet, dan ervaart de ander tegenover zich steeds een soort vacuüm, omdat jij daar je eigen plek niet inneemt. Mensen die dit niet erg vinden zijn over het algemeen narcistisch, egoïstisch, dominant, gemakzuchtig, problematisch, eenzaam of extreem hulpbehoevend, dus kijk vooral eens kritisch naar de mensen om je heen. Neem van mij aan dat loyaal zijn aan een ander pas echt waarde(ring) krijgt als je ook trouw bent aan jezelf. Een ander voelt het feilloos aan als je jezelf uitlevert zonder ook maar iets voor jezelf te vragen. De een zal dit prettig vinden, omdat hij of zij vooral behoefte heeft aan zichzelf en de ander zal dit onprettig vinden, omdat hij of zij juist behoefte heeft aan jou.

Voorgeschiedenis

Als kind had je het gevoel dat je vader of moeder (vaak door ziekte, onverwerkte rouw of relatieproblemen) zonder jouw hulp niet gelukkig kon worden of het misschien (fysiek of psychisch) zelfs wel niet zou overleven. Daarom zag jij het gelukkig maken van je vader of moeder als jouw persoonlijke verantwoordelijkheid. Dit maakte het van het begin af aan al onmogelijk om je zonder angst- of schuldgevoelens van je ouder(s) los te maken en een opzichzelfstaand individu met een eigen wil, eigen behoeften en eigen grenzen te worden. Doordat de beweging naar jezelf uitbleef, raakte je verstrikt in een te nauwe ouder-kind relatie en bleef je als het ware gevangen in het energieveld van je ouder(s). Dit uitte zich vroeger in een relatie waarin jullie ‘boven op elkaar’ zaten en er dus ook te weinig ruimte was om jezelf apart van de ander te ervaren.

Ik kan jou redden

Toch was het vaak ook fijn om op zo’n speciale manier bij elkaar te horen en in jullie eigen ‘coconnetje’ samen één te zijn. Jullie vormden zo een succesvol front tegen de per definitie onveilige buitenwereld, die overigens vaak ook de andere ouder behelsde. De magische gedachte dat jij zo speciaal was dat alleen jij je vader of moeder kon redden werkte zo diep, krachtig en motiverend door in jouw nog optimistische kinderziel, dat je onbewust jouw eigen behoefte aan autonomie en aandacht opofferde. Het opvullen van de gaten in het familiesysteem en alles oplossen wat los en vast zat werd het hoogste doel in jouw leven. Zonder dat geen bestaansrecht. Zonder dat geen liefde voor jou.

Fusie of Ruzie

Eenmaal volwassen bleek de prijs te hoog en het doel te hoog gegrepen. Het feit dat er vroeger continu wat aan de hand was dat groter was dan je vader of moeder zelf kon dragen, tastte jouw onbevangenheid en basisvertrouwen in het leven aan. Dit maakte jou als kind al angstig, maar omdat de emotionele ruimte te klein was voor jullie allemaal schoven de gevoelswereld, de wil en de noden van je ouder(s) echter keer op keer over jouw gevoelens heen, waardoor jouw angst vaak pas op latere leeftijd naar buiten kon komen. Als jij als kind door een chronisch gebrek aan aandacht en eigen ‘heilige’ ruimte bij wijze van uitzondering eens tegen deze noodgedwongen emotionele fusie in verzet kwam, werd het ruzie en die verloor jij.

Plan B

Plan B werd het continu afstemmen op de problemen en de stemming van de ander en het standaard onderdrukken van je eigen boosheid over het opgeven van je eigen noden en wensen. Het eerste maakte dat het beginpunt van jouw gedrag buiten jezelf kwam te liggen en het tweede maakte dat je afgesloten raakte van de meest natuurlijke impuls tot afbakening die er maar is: agressie. Zo raakte je verwijderd van je eigen kern en leerde je dat een eigen wil er op na houden alleen maar pijn en gedoe geeft.

Angst, schuld en zelfsabotage

En dus ruilde jij je eigen wil in voor die van een ander. Vroeger voor die van je ouders en aangezien jong geleerd oud gedaan helaas ook geldt voor dit soort dingen, later ook voor de rest van je omgeving. Ook nu roept ieder wilsbesluit en iedere vorm van individuatie nog steeds angst (om uit de eenheid van de relatie verstoten te worden), schuld (dat je de ander in de steek laat, terwijl hij of zij jouw hulp nodig heeft of omdat jij jouw eigen wensen een keer boven die van de ander stelt) en zelfsabotage (omdat voor jezelf kiezen altijd al taboe was) bij je op. Pas als je dit bewust leert te verduren en ondanks alles toch een stap vooruit durft te doen kan je verder groeien.

Relatie

In een liefdesrelatie of in een innige vriendschap komt jouw jarenlange training in het laten varen van iedere vorm van afbakening en zoveel mogelijk met een ander samen te vallen maximaal naar voren. Jij voelt je het meest ontspannen als jullie alles met elkaar kunnen delen en elkaar ook in alles feilloos kunnen zien, vertrouwen en aanvoelen. Zolang je samen met de ander een eenheid kunt vormen komt deze relatieconstructie jou namelijk bekend en dus vertrouwd voor. En daarom streef je er, tegen alle energetische wetten in, continu naar om de onvermijdelijke verschillen tussen jullie op te heffen om vervolgens zo snel mogelijk weer helemaal één te kunnen zijn.

Jut en Jul en Bison Kit

De buitenwereld ziet jullie meestal als een innig verstrengeld ‘Jut en Jul’ achtig stel dat op zijn best een ietwat zonderlinge aversie heeft tegen de buitenwereld, maar ongetwijfeld samen zielsgelukkig is. Op zijn slechtst worden jullie bezien als een door net iets te kleffe Bison Kit aaneengesmeed duo waarbinnen het woord ‘ik’ op tragische wijze verloren is gegaan. Ook ervaart de buitenwereld vaak dat de ene partner vrij geruisloos voor de andere schuift als er eens behoefte is om contact te hebben met één van de twee.

Symbiose boven autonomie

Waar de meeste mensen in een relatie zowel naar symbiose als naar autonomie verlangen, verlang jij eigenlijk voornamelijk naar symbiose. De zijnstoestand van samen één zie jij dan ook het liefste zo vaak en zo snel mogelijk bevestigd in de woorden en het gedrag van de ander: “ik hou van jou – ik ook van jou”, “ik wil graag dit – wat fijn dat jij dat nou ook net nu wilt”, “drie kusemoticonnetjes voor mij – drie kusemoticonnetjes voor jou”. Deze zichzelf spiegelende ritmiek laat zien hoe groot de behoefte is om jullie eenheid steeds opnieuw bevestigd te krijgen. De wereld buiten de eenheid is, vanuit de symbiose bezien, immers onveilig.

Wat als je plots op jezelf komt te staan?

Voor je partner kan jouw behoefte aan bevestiging voelen alsof hij of zij iedere keer opnieuw moet bewijzen dat er van jou gehouden wordt. Alsof jij ergens altijd verwacht dat hij of zij jou op een dag toch gaat verlaten en jij daardoor alvast steevast alert bent op bewijs hiervoor. De onderliggende angst is niet door een ander weg te nemen, want als jouw ankerpunt je hele leven al bij iemand anders heeft gelegen, wat moet je dan in hemelsnaam doen als je plotseling op jezelf komt te staan? Het enige dat helpt is om zelf het antwoord op deze vraag te gaan ontdekken en te gaan ervaren.

Vager dan David Lynch

Omdat jij de grens tussen jou en de ander als een obstakel ziet en deze dus liever laat vervloeien, is de grens tussen jou en de ander vele malen vager dan de (overigens zeer door mij gewaardeerde) films van David Lynch. Er is voortdurend verwarring over waar jij ophoudt en de ander begint, over wie wat voelt, wat precies bij wie hoort en over wie waar verantwoordelijk voor is. Waar jullie van elkaar verschillen zit meestal een enorme blinde vlek.

Van gebrek aan afbakening tot heftige separatie

Als deze dynamieken binnen een relatie de overhand krijgen, is dit een signaal dat de gezonde tussenruimte die nodig is om goed te kunnen blijven functioneren voor minimaal één van jullie te klein is geworden of zelfs helemaal ontbreekt. Dit vraagt om het stellen en handhaven van gezonde grenzen. Komt deze afbakening er niet of niet op tijd, dan slaat de symbiose over het algemeen plotseling om in een heftige separatie. Wat langdurig te dicht op elkaar heeft gezeten, lijkt helaas alleen met een harde knal gescheiden te kunnen worden. Hoe pijnlijk ook: deze knal herstelt de natuurlijke ordening door je de kans te geven om één te worden met jezelf in plaats van vruchteloze en energievretende pogingen te blijven doen om het te worden met een ander.

Gepersonaliseerde tatoeage

In het onwaarschijnlijke geval dat je op een dag iemand tegenkomt die jou ter plekke zou dwingen een passende tekst op je voorhoofd te laten tatoeëren, zouden de teksten “Wat vind jij?”, “Ik ook van jou”, “Samen” of “Het is mijn verantwoordelijkheid om jou te redden” goede opties zijn.

De boel buiten jezelf plaatsen

Als bewustwording over de symbiotische thematiek die in jouw leven speelt uitblijft, gaat het grootste deel van jouw zijn verloren in aanpassing. Dat klinkt misschien wat al te dramatisch, maar je hele leven lang proberen om een lang geleden verloren eenheid te herstellen zonder daar ooit in te kunnen slagen, is een gegeven waarbij niemand zijn ogen droog zou moeten kunnen houden.

Bijzondere talenten

Daarom is het zaak om alle bijzondere talenten die jij gedurende jouw levensloop hebt ontwikkeld (jouw uiterst gevoelige, aan helderziendheid grenzende waarneming, jouw instinctieve en liefdevolle vermogen om te weten waar de pijn zit, weten wat er nodig is om tot heelheid te komen, dwarsverbanden zien die ieder ander ontgaan, je feilloos in een ander kunnen verplaatsen) nu eens in te zetten ten behoeve van jezelf. Ook jij hebt namelijk het volste recht om van jezelf te zijn en van niemand anders.

De hand in eigen boezem steken

Probeer er eens op te letten hoe vaak jij in het contact met anderen jouw aandacht en energie steekt in het oplossen van hun problemen. Stop daar onmiddellijk mee en steek de tijd die vrijkomt in jezelf of in iets luchtigs. Zo doorbreek je jouw identificatie met de drama’s en de problemen van anderen. Leer dat je niet alles wat jij in relatie tot de ander voelt en waarneemt hoeft uit te spreken. Weet dat het ook onuitgesproken van waarde is dat jij in staat bent om te zien wat er in het leven van de ander speelt. Spreek het pas uit als de ander je daar expliciet om vraagt. Zo wordt jouw input niet meer als iets vanzelfsprekends beschouwd en blijft de verantwoordelijkheid voor het oplossen van het probleem waar hij hoort: bij de ander.

Je kunt een ander niet redden

Laat het voor eens en voor altijd tot in het diepst van je ziel tot je doordringen dat je een ander niet kunt redden, hoezeer je dat misschien ook zou willen. Besef dat het ondanks al jouw jarenlange en liefdevolle pogingen niet gelukt is om je ouder(s) te redden en verwerk de rouw en het verdriet die daarbij naar boven komen. Zo kom je uit het symbiotische energieveld dat je met die ene ouder deelde en zie je niet alleen de andere ouder, maar vooral ook jezelf weer in beeld verschijnen.

Afbakening, onderscheid en grenzen als medicijn

Dit maakt de ruimte vrij om voortaan onderscheid te kunnen maken tussen jouw eigen levensopgave en die van een ander en daar vooral ook naar te handelen. Nu je op weg bent naar jezelf in plaats van naar de ander, transformeert jouw vroegere gerichtheid op het zo snel mogelijk opheffen van afbakening, onderscheid en grenzen in het effectief toepassen van deze krachten. Zo vind je jouw eigen antwoorden in plaats van die van een ander. Je staat op eigen benen en ervaart voor het eerst je eigen (levens)kracht. Je zoekt de eenheid niet langer oeverloos buiten jezelf, maar vind hem in jezelf: je bent JEZELF en je bent VRIJ!

© 2018 Mariëlle Borst

* Bron: De symbiotische karakterstructuur werd in 1994 voor het eerst beschreven door Stephen Johnson in zijn boek “Character Styles”. Later werd deze structuur ook uitgebreid beschreven door Wibe Veenbaas, Joke Goudswaard en Henne Arnolt Verschuren in het boek “De Maskermaker”.