Voor wie geïnteresseerd is in karakterstructuren* als handvat voor persoonlijke ontwikkeling, hierbij een artikel over de masochistische karakterstructuur. Herken je je niet zozeer in deze structuur? Lees dan mijn artikelen over de overige vijf structuren.
Herken je dit?
Als er ergens een probleem ontstaat zet jij (meestal nog vóór het je expliciet gevraagd wordt) je eigen plannen opzij om te komen helpen. Jij bent er gewoon voor een ander, punt uit. Je neemt de tijd om met aandacht naar de ander te luisteren en stelt talloze belangstellende vragen. Je komt terug op eerder besproken onderwerpen, omdat jij na een gesprek vaak nog langer over het verhaal van de ander na blijft denken dan de ander zelf. Vervolgens wil je ook nog graag je aanvullende inzichten teruggeven aan de ander. Als ieder ander het allang met een bepaald gespreksonderwerp heeft gehad, luister jij nog jaren trouw naar alles waar de ander mee zit. Diep menselijke thema’s interesseren je nou eenmaal meer dan al het andere en voor jou is dit ook helemaal niet gekoppeld aan het woord “zwaar”.
Waar zijn de woorden NEE en IK eigenlijk gebleven?
Nee zeggen doe je niet graag en als je toch een keer nee zegt kan je echt niet anders. Desondanks voel jij je dan toch schuldig of heb je het gevoel dat je de ander gekwetst of tekort gedaan hebt door jezelf een keer op de eerste plaats te zetten. Daarom raffel je vervolgens je eigen dingen af om zo snel mogelijk toch nog aan de vraag van de ander tegemoet te kunnen komen.
Je schuldig voelen als je aan jezelf toekomt
Zo is het eigenlijk ook met genieten of dingen doen die in jouw leven nou eenmaal ook moeten gebeuren. Als jij namelijk aan genieten of “je eigen ding doen” toekomt, terwijl je weet dat de ander het moeilijk heeft of contact wil, voel jij je schuldig dat je niet direct beschikbaar bent voor de ander. En dus richt jij je tijd en energie weer op de ander. Zo stapelt de last op jouw schouders zich steeds verder op en schuift dat wat er bij andere mensen speelt continu over jouw eigen beleving, behoeften en expressie heen.
Onverwerkt leed en angst
Je bent (door je eigen onverwerkte levenservaringen en de angst dat mensen niet van je houden als je hen niet helpt) zo diep verbonden met het lijden van de ander, dat anderen helpen bij jou op nummer 1 staat. In jou leeft een soort “begerigheid” anderen te helpen. Het beeld van Atlas reflecteert deze begeerte in de verholen glimlach die om zijn lippen speelt. Hierdoor vroeg Camus zich af: “Wat als hij zo gelukkig is…..?”
Volgen van begeerte
Doordat je niets liever wilt dan dat er van je gehouden wordt, volg je deze begeerte. Je weet daardoor precies hoe het met anderen gaat, terwijl de vraag “hoe is het met jou” voor jou steeds moeilijker te beantwoorden wordt. Dat is overigens echt jammer, want als er iets is dat helend werkt, is het wel contact kunnen leggen met je eigen gevoelens, terwijl een ander liefdevol luistert naar hoe het nou echt met jóu gaat.
En jij dan?
Gesprekken met andere mensen gaan in jouw geval echter veel meer over de ander dan over jou. Tegen de tijd dat de ander zijn hele verhaal heeft gedaan, is er vaak geen tijd of geen aandacht meer voor wat jij hebt meegemaakt. Als de ander zegt zich hier schuldig over te voelen, ben jij degene die de boel vergoelijkt. Je zegt dat dit toch helemaal niet uitmaakt of dat dit toch logisch is gezien de ernst van wat er bij de ander speelt en dat je een volgende keer vast ook wel aan bod komt. Die volgende keer breekt echter zelden of nooit aan, want in jouw persoonlijke relaties overheerst een dynamiek die maakt dat er meer ruimte voor de ander is dan voor jou.
Gepersonaliseerde tatoeage op je voorhoofd
In het onwaarschijnlijke geval dat je op een dag iemand tegenkomt die jou ter plekke zou dwingen een passende tekst op je voorhoofd te laten tatoeëren zou de tekst “Ik ben er voor je” een goede optie zijn.
Het beeld van de theaterzaal
Als je jouw eigen leven voor de lol eens voor zou stellen als een theaterzaal, zou je (in)zien dat andere mensen de beste plekken hebben (en dat het nota bene misschien nog niet eens de mensen waar jij het meest van houdt zijn die eerste rij zitten). Als je het patroon van helpen en opofferen tot in de puntjes geperfectioneerd hebt, zit je zelf wellicht niet eens meer in de zaal…
De last van de wereld op je schouders
Het is een mooie kwaliteit dat jij iemand bent die echt iets voor een ander over heeft en die anderen zo diep tot steun kan zijn. Maar zoals alles waarbij balans en gezonde grenzen ontbreken, gaat dit op een dag geheid fout. Voor je het weet ben je net als Atlas die de last van de hele wereld op zijn schouders torst. Alleen ben jij niet van brons en krijg jij als mens van vlees en bloed op den duur toch behoorlijk last (bijvoorbeeld: burn-out, depressie, nek- en schouderklachten, overgewicht, geblokkeerde expressie, opgekropte woede, stagnatie van je eigen leven) van het structureel over je eigen grenzen gaan door al dat gezeul met die loodzware aardbol.
Totdat het een keer echt niet lekker gaat met jou
Waarschijnlijk keert de wal het schip op het moment dat het een keer echt niet lekker gaat met jou. Op dat moment ontdek je namelijk dat de steun die jij ontvangt qua omvang en kwaliteit in de verste verte niet lijkt op de steun die jij al die tijd aan al die anderen hebt gegeven. Of erger nog: je komt er achter dat anderen niet eens door hebben dat het niet goed met je gaat en rustig doorgaan met voor 90% het gesprek te domineren. Dan sta jij bijvoorbeeld vlak voordat je opgenomen moet worden in het ziekenhuis of net je baan, man, vrouw, ouder of weet ik wat bent kwijtgeraakt nog steeds naar het verhaal van de ander te luisteren…
Lijstjes
Zo’n soort gebeurtenis is vaak het punt waarop jij behoorlijk chagrijnig aan het worden bent over het verschil tussen wat je de ander geeft en wat je van de ander ontvangt als jij een keer iets nodig hebt. In je hoofd verschijnen om de haverklap allerlei lijstjes waarmee je voor eens en voor altijd vergelijkt wat jij in het verleden allemaal wel niet voor die ander(en) hebt gedaan en wat je daar nu zelf voor terug krijgt. Als die lijstjes in je hoofd ook maar enigszins betrouwbaar zijn, is er maar één conclusie mogelijk: de balans tussen geven en nemen pakt uit in jouw nadeel en niet zo’n beetje ook.
WROK
Het rottige is alleen dat je op zo’n moment niet meer kunt terugdraaien wat je in het verleden allemaal wel niet voor die ander hebt gedaan. Zelfs als je stante pede stopt met de ander ooit nog iets te geven, blijf jij op de balans van geven en nemen enorm in de min staan. Het gapende gat tussen geven en nemen lijkt dan nog maar met één ding opgevuld te kunnen worden: WROK!
Het langdurig voelen van wrok is echter zo’n ontwrichtende rotervaring, dat het zelfs voor Atlasachtige types niet lang uit te houden is. Vroeg of laat zal je hier dus toch wat op moeten verzinnen.
De boel buiten jezelf plaatsen
Als je de ander de schuld geeft van de verstoorde balans tussen geven en nemen wordt het waarschijnlijk dat je de relatie vrij “rücksichtslos” verbreekt of dat je dusdanig ontploft dat de relatie ernstig onder druk komt te staan. De meest gezonde variant in dit “geef-de-ander-de-schuld” paradigma is de ander aanspreken op het feit dat hij of zij het in jouw beleving laat afweten nu jij in crisis bent.
Afhankelijk, niet bij machte of schuldig versus sluimerende onvrede
Aangezien jij zo ongeveer onverslaanbaar bent in wat je allemaal wel niet voor een ander doet, leidt dit meestal echter ook niet tot een gezonde balans in geven en nemen. De ander voelt zich in contact met jou namelijk óf afhankelijk van jouw steun óf niet bij machte dezelfde kwaliteit te leveren die jij levert óf schuldig dat hij minder voor jou doet dan andersom. Bij jou sluimert altijd de onvrede dat je niet terugkrijgt wat je er in stopt, waardoor dit euvel tussen jullie altijd weer de kop op kan steken.
De hand in eigen boezem steken
Als je het beginpunt voor verandering niet langer bij de ander legt, maar bij jezelf, begint het pas echt interessant te worden. Je zet je wrok opzij en realiseert je in de ruimte die dan ontstaat, dat de drang om anderen te helpen (en de daarmee gepaard gaande woede over een verstoorde balans tussen geven en nemen), een terugkerend patroon is in je leven. Je gaat op zoek naar je eigen aandeel in het creëren van deze dynamiek en neemt daar ook zelf verantwoordelijkheid voor.
Moet de ander dan ook maar ten koste van zichzelf gaan opereren?
Je vraagt je bijvoorbeeld eens heel kritisch af of wat anderen voor jou doen eigenlijk niet veel gezonder en normaler is dan de wellicht toch wat disproportionele steun die jij aan anderen geeft. Het kan tenslotte toch niet de bedoeling zijn dat de balans tussen geven en nemen rechtgetrokken wordt, doordat de ander richting jou ook ten koste van zichzelf gaat opereren? Vanuit dit inzicht breng je wat jij voor anderen doet in proportie met het soort relatie dat je met hen hebt en stop je met gedrag dat ‘deep down’ voortkomt uit de angst dat er anders niet van je gehouden wordt.
Jezelf zichtbaar maken
De (overmatige) energie die je voorheen in andere mensen stak investeer je nu in jezelf en in wat er in jouw leven belangrijk is. Zo krijg je weer verbinding met wat er voor jou essentieel is en waar bij jou de grens ligt. Struikelend en al leer je om hier expressie aan te geven richting de buitenwereld. Hierdoor word je zichtbaarder voor de ander en begrens je tegelijkertijd op een hele natuurlijke manier je beschikbaarheid.
Weg met de jas die naadloos op de ander aansluit
In relatie tot de ander ontwikkel jij je van een jas die naadloos op de ander aansluit, (maar die als persoon op een gegeven moment toch een beetje bloedeloos wordt), tot een op zichzelf staand “tegenover” met een eigen leven. Dit leven is niet langer louter en alleen een afgeleide van de noden en wensen van andere mensen, maar een oprechte en vrije uitdrukking van wie jij werkelijk bent. De schoonheid van dit alles is dat er zo ruimte ontstaat voor datgene waar jij je hele leven zo naar hebt verlangd:
LIEFDE
© 2017 Mariëlle Borst
* Bron: Met dank aan alle leerervaringen die ik tijdens de ITIP opleiding heb kunnen opdoen met de karakterstructuren die oorspronkelijk gebaseerd zijn op het werk van Wilhelm Reich, Alexander Lowen en John Pierrakos.